Poker is berekenen, bluffen, maar géén geluksspel. Of toch wel?
De Wet op de Kansspelen stelt al sinds 1964 dat poker een kansspel is. Volgens deze wet komt er dan ook geen behendigheid te pas in dit populaire kaartspel. Toch zullen de meeste professionele pokerspelers zeggen dat oefenen wel degelijk van invloed is. Want het verschil tussen wat een beginner verdient of verliest en wat een ervaren speler verdient of verliest loopt nogal uiteen. Hoe dat komt? Dát is behendigheid.
Die behendigheid bestaat weer uit verschillende onderdelen. Kansberekening is daar één van, een erg belangrijke zelfs. Naast het nodige rekenwerk kan een pokeraar op psychologisch vlak ook het spel sterk beïnvloeden. Lichaamstaal zegt namelijk alles. Vooral in een spel dat door meerdere spelers aan een tafel wordt gespeeld.
Wat maakt een goede pokerspeler?
Zo is een goede pokerspeler namelijk in staat om zijn winst te maximaliseren en zijn verlies te minimaliseren. Door beïnvloeding van het geluk welteverstaan. Een goede pokerspeler heeft dan ook controle over de geluksfactor en wil externe invloeden juist zoveel mogelijk beperken. Een goede pokeraar behoudt daarom zoveel mogelijk controle over het spel. Om deze geluksfactor zo laag mogelijk te houden, moet de kunst van het kansberekenen worden verstaan. Een pokerspeler moet bijvoorbeeld weten hoe groot de kans is om met één van de laatste gemeenschappelijke kaarten nog een flush te scoren. Om natuurlijk op grond daarvan weer een beslissing te nemen die tot zoveel mogelijk winst leidt. Bij het pokeren gaat het erom om de gemaakte beslissingen puur te baseren op wat het meeste winst oplevert, ongeacht hoe het resultaat van een bepaalde hand er dan uitziet. Een goede pokeraar begrijpt dit als geen ander en doet er alles voor om meer winst te behalen.
Poker spelen is een kunst
Een pokerspeler wordt dan ook voortdurend met cruciale afwegingen geconfronteerd; moet er worden opgegeven, meegegaan of toch worden ingezet? Dat klinkt in de theorie vrij logisch, maar dat blijkt in de praktijk toch een stuk lastiger te zijn. Het is in een hoop spelsituaties namelijk een ware kunst om de juiste vervolgbeslissing te nemen. De juiste beslissing is altijd die met de hoogste winstverwachting, elke keer weer, in elke spelsituatie. Het verschil tussen een goede en een zwakke pokerspeler is dat een goede pokeraar ertoe in staat is om in het heetst van de strijd de juiste beslissingen te nemen. Dat betekent ijskoud blijven en tegelijkertijd letten op de tells van de andere deelnemers. De zwakke speler gaat te vaak mee als hij moet opgeven en geeft te snel op als hij juist moet doorgaan. Pokeren is een kwestie van inschattingen maken. Het is een kunst die niet voor iedereen is weggelegd.
Het belang van de lichaamshouding
Oké, hier gaat het wel om gokken: dat wat een goede pokeraar juist zoveel mogelijk probeert te beperken. Tijdens het pokeren wil je weten of het een goede zet is om je geld al dan niet in te leggen. Om dit te weten moet de speler letten op verschillende dingen. Hoewel je natuurlijk niet over de schouders van je medespelers kunt meekijken, kun je weer wel letten op andere factoren. Denk alleen al aan de lichaamstaal. Want net als in de dagelijkse omgang zegt de lichaamstaal alles over hoe iemand zich op dat moment voelt. Sommige spelers worden zenuwachtig bij goede kaarten, anderen gaan weer op hun stoel wiebelen bij een slechte kaart. Sommige mensen zetten hoog in bij goede kaarten en zetten laag in bij slechte kaarten. Jouw medespelers, en vooral hun lichaamshouding, zijn daarom net zo belangrijk als de kaarten zelf. Oftewel, de lichaamshouding verraadt welke kaarten je hebt. We hebben het immers niet voor niets over de welbekende pokerface opzetten. De doorgewinterde pokeraar is in staat om dit te herkennen en op basis daarvan een beslissing te maken.
Als het geluk op is
Natuurlijk speelt bij elk spel geluk ook een bepaalde rol. Want als er geen enkele geluksfactor zou zijn, dan zou het voor nieuwe spelers helemaal geen zin hebben om ook maar aan tafel te gaan zitten bij ervaren pokeraars. Toch zal deze geluksfactor na verloop van tijd plaats maken voor behendigheid. Dat sommige ervaren spelers meer geluk zouden hebben dan andere spelers is dan ook een complete misvatting. Poker is een spel dat net zoveel gelukselementen bevat die nodig zijn om een zwakke pokeraar te doen geloven dat het een geluksspel is. Hoe meer handen er worden gespeeld, hoe duidelijker het zal worden dat er steeds minder van het toeval afhangt. Op de lange duur heeft iedereen evenveel geluk of pech. Voor een toekomst in de pokerwereld moet je dan ook van hele goeden huize komen. Want uiteindelijk draait het om een heel klein beetje geluk en heel veel behendigheid.